Anna Woltz
Anna Woltz

Anna Woltz

Anna Woltz (Londen, 29 december 1981) groeide op in Den Haag. Ze hield van lezen, koken en dierenschooltje spelen samen met haar zusje (soms speelde ze ook dierenziekenhuisje, waarbij zieke eenden en misselijke ijsberen van top tot teen in verband van wc-papier werden gewikkeld). Tegelijkertijd verzon ze spannende, droevige en fantastische verhalen over de wilde avonturen van weeskinderen en charmante jongens van adel. Die verhalen schreef ze op, maar verder dan twee hoofdstukken of een half boek kwam ze nooit. Als vijftienjarige hield Anna even op met fantaseren en schreef ze een jaar lang columns voor de Volkskrant over haar leven op school: ze vertelde de volwassen lezers alles over schoolfeesten, preken van leraren, gymles, verliefdheid en de fraudebestendigheid van proefwerken. Die stukjes werden gebundeld in het boekje Overleven in 4B . Twee jaar later schreef ze haar eerste kinderboek, dat uitkwam in 2002: Alles kookt over . Anna studeerde geschiedenis in Leiden en schrijft nu de hele dag kinderboeken in Utrecht. Soms schrijft ze over echte dingen – zoals het boek Red mijn hond! , over haar witte herdershond Jefta – en soms verzint ze avonturen over kinderen die zonder hun ouders de wereld intrekken, zoals in Tien dagen in een gestolen auto en Onweer . Van 2005 tot 2009 schreef Anna weer een column voor de Volkskrant en bijna elke week bezoekt ze wel scholen om kinderen te vertellen over haar boeken. Haar boek Het geheim van de stoere prinses werd in 2008 getipt door de Nederlandse Kinderjury en Red mijn hond! werd genomineerd voor de Kinderboekwinkelprijs 2009.
Lees meer