Theo Engelen
Schrijven lijkt op dromen. Zonder dat je het van tevoren kunt plannen duiken er verhalen op in je hoofd. Je weet vaak niet waar ze vandaan komen. Het verschil met dromen zit hem in het vervolg. Wanneer je de verhalen op papier gaat zetten moet je opeens aan allerlei dingen denken. Hoe vertel ik dit verhaal zo dat jongeren ook na de eerste vijf bladzijdes willen doorlezen? Door wiens ogen kijken we in het boek? Waar speelt het verhaal zich af en w