Wieke van Oordt

Wieke van Oordt

Het is de schuld van mijn ouders dat ik ben gaan schrijven. Denk ik. Dat zit zo. Mijn ouders lazen veel. Heel veel. Vooral mijn moeder. Ik heb jarenlang gedacht dat het gezicht van mijn moeder een boek was. Als ik thuis kwam van school, zat mijn moeder op de bank, boek voor d’r hoofd. Vandaar. We waren thuis lid van 4 biebs! Boeken waren bij ons altijd overal.
Toen ik tien was heb ik weken en weken zakgeld gespaard. Ik kocht er mijn eerste boek van. 'Kruistocht in Spijkerbroek'. Mijn eerste verhaal schreef ik in groep 8. Dat heette toen de zesde klas. Ik mocht twee keer in 'Het Gouden Boek' schrijven. Dat was een bewaarboek van de meester. Daar kwamen een paar opstellen per jaar in. Mijn verhaal in een boek!
Niemand keek er van op dat ik Nederlands ging studeren. Behalve mijn juf Nederlands van de middelbare school, denk ik. Want bij haar deed ik nooit zo mijn best. Ik dacht als student wel eens over zelf schrijven, maar het kwam er niet van. En na de universiteit ging ik een jaartje naar Amerika. Daar studeerde ik een half jaar Engelse literatuur. Weer boeken, maar dan in het Engels.
In Amerika kreeg ik ook mijn eerste baantje: bij een tijdschrift in Chicago. Terug in Nederland werkte ik jarenlang op de afdeling communicatie van een grote bank in Amsterdam. Tot mijn man (want die had ik inmiddels) een baan aangeboden kreeg in Jakarta. We pakten de kinderen (want die hadden we inmiddels ook) op en vertrokken. We woonden bijna 8 jaar in het buitenland. Eerst Jakarta, toen Singapore, daarna Engeland. We zijn net weer terugverhuisd naar Nederland. Nu gaan we hier weer een paar jaar wonen.
In Jakarta kwam ik een schrijfster tegen. ‘Wat doe jij?’ vroeg ik. ‘Ik schrijf kinderboeken’, zei ze. ‘Wow... klinkt fantastisch’, zei ik. ‘Is het ook. Moet je ook proberen!’, zei ze. Het was alsof ik door de bliksem werd getroffen. Het leek me geweldig. Ik ben gaan zitten en schreef een verhaal. Ik liet het verhaal eerst nog een jaar thuis liggen. Durfde het niet op te sturen. Het verhuisde mee naar Engeland. Eindelijk stuurde ik het op naar uitgeverij Leopold. De uitgever nodigde me uit. 'We gaan het verhaal uitgeven', zeiden ze aan de andere kant van de tafel. Het werd Het geheim van de ruilkinderen . Daarna ben ik niet meer gestopt met schrijven!
Lees meer