Philip Hopman

Philip werd geboren in 1961, tussen de bollen. Zijn vader kweekte tulpen, die prachtige namen droegen als Apricot Perrot, Arabian Mysterie en Lustige Witwe. Philip was voorbestemd om bollenboer te worden, net als zijn vader, opa en al zijn ooms. Maar hoewel hij tulpen mooi vond en hun namen ook, liep het toch anders. In de zomervakanties hielp Philip op het bedrijf van zijn vader. Dat bollen pellen in een donkere schuur beviel hem maar matig, hij ging veel liever naar het strand! En op school zat hij altijd te tekenen, zelfs zijn rekenschriften stonden vol met schetsjes.

Philip koos niet voor het bollenvak, maar voor de Rietveld Academie in Amsterdam. Eerst wilde hij modeontwerper worden, maar al snel bleek dat hij beter overweg kon met een tekenpen dan met de naaimachine. Hij stapte over naar de afdeling Illustratie, waar hij onder andere les kreeg van Thé Tjong-Khing.

Na zijn studie had Philip eerst allerlei baantjes die niets met illustreren te maken hadden. Ober, cacaobonen-sjouwer en gids op een rondvaartboot bijvoorbeeld. Maar na een baantje bij een tekenfilmstudio kwamen de eerste illustratieopdrachten. En inmiddels heeft Philip meer dan 200 boeken geïllustreerd. Zijn illustraties staan in de boeken over Boer Boris, bij de voorleesverhalen van Ties en Trijntje en in de serie over Jubelientje. Philips zwierige tekeningen vind je ook in een boek over modeontwerper Hubert de Givenchy en in het prentenboek Een ober van niks . Zo komen baantjes en ambities van lang geleden soms ineens in een boek terecht!