
Hoe wordt een AVI-niveau bepaald?
Handig, zo’n leesniveau. Maar wie bepaalt het eigenlijk? Het CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling) meet elk jaar het AVI-niveau van zo’n 500 kinderboeken. Voor het toetsen heeft dit instituut een speciaal computerprogramma ontwikkeld. Daarin wordt rekening gehouden met zaken als het aantal lettergrepen in een woord, de zinslengte, de moeilijkheidsfactor van een woord (wordt het bijvoorbeeld anders uitgesproken dan geschreven) en de vormgeving van de pagina’s.
Het AVI-niveau staat in bijna alle boeken die voor kinderen tot een jaar of tien bedoeld zijn. Je ziet het soms op het omslag van het boek, maar het kan ook op de colofonpagina staan. Dat is de pagina met de gegevens over het boek, die meestal voorin te vinden is. In zo’n colofon worden het copyright, het ISBN en het jaar en de plaats van uitgave genoemd.
Staat het AVI-niveau er niet in? Dan kun je zelf een heel eind komen met onderstaand overzicht. Maar het is ook heel belangrijk om te kijken naar het kind waar je het boek voor uitzoekt. Waar heeft het belangstelling voor? Houdt het van echt gebeurde of juist van fantasieverhalen, van weetjes of van grappige gebeurtenissen? Als het verhaal boeit, mag het boek best een stapje moeilijker zijn. En een stapje makkelijker mag altijd. Als er maar leeskilometers gemaakt worden!