5 vragen aan… Yvonne Lacet

‘Toen ik acht was heb ik een ontzettend grappig stripverhaal getekend over een stoel, een tafel en een gum. Het werd zelfs in de schoolkrant gepubliceerd! Maar toen ik het stripverhaal na 30 jaar weer las, was hij toch iets minder grappig…’

‘Ideeën verzin ik niet, ze duiken op in mijn hoofd. Ze verschijnen als ik wandel, fiets, douche of aan het schoonmaken ben.’

‘Ik heb niet één lievelingsboek, maar een heleboel lievelingsboeken. Maar als ik een paar voorbeelden moet noemen: Het prentenboek Deze hoed is niet van mij van Jon Klassen, omdat de tekeningen en tekst een sterke en grappige wisselwerking hebben. Het prentenboek Blauwtje en Geeltje van Leo Lionni, omdat het collageachtige werk mij erg aanspreekt, omdat het boek tijdloos is en omdat je door de simpele uitwerking aangewezen bent op je eigen verbeelding. Het boek De Opwindvogelkronieken van Haruki Murakami, omdat je in zijn dromerige werelden wordt meegesleept.’

‘Dat ik soms waterijs eet onder de douche.’

‘Door veel te tekenen of schrijven zal je een eigen stijl ontwikkelen. Hiermee kan je je onderscheiden van anderen. Sta achter je werk, maak iets waar je trots op bent. Natuurlijk zullen er altijd meningen zijn over wat je hebt gemaakt, maar als je er zelf achter staat zal je je daar nooit teveel door laten afleiden.

Ga naar de kunstacademie!’