Interview met Myron van der Velden

Ik weet elke ochtend wat ik die nacht heb gedroomd, soms wel twee of drie dromen per nacht! Vroeger droomde ik nog meer; kinderen zijn er veel beter in dan volwassenen. Maar toen ik begon met schrijven, wist ik eigenlijk nog niet dat het boek over de Droomplaneet zou gaan. Het was net alsof ik in mijn hoofd een film keek en ondertussen typte wat er gebeurde. Gelukkig weet nu iedereen de waarheid over onze dromen. De meeste mensen denken dat je hersenen de beelden uit je dromen zelf bedenken, maar dat is natuurlijk klinkklare onzin.

Ik sta altijd op de uitkijk voor een nieuw avontuur en zou de vermiste kinderen graag helpen. Ik zou ik er wel even een nachtje over moeten slapen, hoor. Zo stoer als Minnie ben ik nou ook weer niet.

Nee, elke nacht droom ik iets anders. Het gebeurt me vaak dat ik niet meer weet hoe ik ergens ben beland. Dan zit ik bijvoorbeeld te kaarten met een paar kangoeroes in Australië, maar kan ik me niet meer herinneren hoe, wanneer of waarom ik daarheen ben gegaan.

Het kan helpen om aan iets leuks te denken, vlak voordat je gaat slapen. Probeer je eens voor te stellen hoe het zou zijn als je miljonair bent, je op een zonnige vakantie gaat of koning van de wereld wordt. Misschien neemt je droom het van je over.

Ja, soms word ik wakker met een idee in mijn hoofd. Dan moet ik het meteen opschrijven, anders vergeet ik het weer! Dat is trouwens een goede tip als je je dromen beter wilt onthouden: schrijf ze op in een dromendagboekje. Zo train je je geheugen.

Je bent een schrijver als je schrijft. Schrijven dus! Weet je niet waar je over moet schrijven? Kijk eens naar je kamer of de mensen om je heen. Wat als je onder je bed ineens een luikje naar een andere wereld vindt? Waar rijdt de buurman elke dag naartoe? Verandert de juf in een superheld als ze niet op school is? Alles kan en alles mag. Jij bent de baas.